De commissie OCTAS heeft op 29 februari 2024 haar eindrapport gepubliceerd: ‘Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel, meer aandacht, vertrouwen en zekerheid.’
Voor het commissiedebat Arbeidsongeschiktheid van 20 maart 2024 zal de minister namens het kabinet de Tweede Kamer informeren over het vervolgproces en een eerste reflectie geven.
De commissie OCTAS werd in december 2022 op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevormd met als doel een probleemanalyse en advies te geven over mogelijke varianten voor het Nederlandse arbeidsongeschiktheidsstelsel.
Het OCTAS-rapport over de toekomst van het Nederlandse arbeidsongeschiktheidsstelsel (WIA) is een grondige evaluatie en aanbevelingen voor hervorming. Het stelt vast dat het huidige systeem te complex is, waardoor mensen niet gemakkelijk terugkeren naar werk. Het rapport schetst drie scenario's voor verbetering: optimalisatie van het huidige systeem, een focus op werk als prioriteit, en een basisinkomen voor alle werkenden.
De drie scenario's voor de toekomst van het Nederlandse arbeidsongeschiktheidsstelsel, zoals voorgesteld in het OCTAS-rapport, bieden elk een eigen benadering om de gesignaleerde knelpunten aan te pakken:
Huidig stelsel beter: Deze variant richt zich op het verbeteren van het huidige stelsel door het vereenvoudigen van regelingen en het verminderen van knelpunten. Belangrijke aanpassingen omvatten de consolidatie van de WIA-uitkeringsregimes (IVA en WGA) naar één regime, het verlagen van de arbeidsongeschiktheidsdrempel van 35% naar 25% verlies van verdiencapaciteit, en het toegankelijker maken van re-integratiediensten voor iedereen die dat nodig heeft. Deze maatregelen zijn bedoeld om de toegankelijkheid te vergroten, met name voor kwetsbare groepen met lage inkomens of flexibele contracten, en om het stelsel te vereenvoudigen. De geschatte kosten voor deze variant liggen tussen de €1 miljard en €2 miljard.
Werk staat voorop: Deze aanpak benadrukt het belang van werk en re-integratie boven het direct vaststellen van arbeidsongeschiktheid. In dit scenario ontvangen mensen eerst een re-integratieuitkering, waarna een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling volgt als volledige re-integratie niet mogelijk blijkt. De focus ligt op het bieden van meer tijd en begeleiding om passend werk te vinden, met een duidelijke boodschap dat werken loont en ondersteund wordt. Deze variant is gericht op een meer inclusieve benadering van arbeidsongeschiktheid, met de nadruk op wat mensen nog wél kunnen.
Basis voor werkenden: Dit scenario introduceert een uniforme regeling voor alle werkenden, zowel werknemers als zelfstandigen, gericht op het vereenvoudigen van het systeem en het bieden van gelijke bescherming. Iedereen die werkt en een arbeidsbeperking heeft, valt onder één basisverzekering voor ziekte en arbeidsongeschiktheid, ongeacht de ernst van de arbeidsongeschiktheid. Dit zorgt voor inkomensbescherming voor iedereen boven de drempel van 35% arbeidsongeschiktheid, met een uitkering op sociaal minimumniveau. Deze benadering is bedoeld om de complexiteit te verminderen en de toegankelijkheid te vergroten, maar kan leiden tot extra instroom in de regeling en hogere uitgaven.
Elk van deze scenario’s vereist een strategische keuze met betrekking tot de toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel in Nederland, rekening houdend met de behoeften van de meest kwetsbare groepen en de wens om het systeem te vereenvoudigen en meer gericht te maken op re-integratie en participatie in de arbeidsmarkt.
De WIA is de kern van het arbeidsongeschiktheidsstelsel in Nederland en regelt de uitkeringen aan werknemers die langdurig ziek zijn. Wijzigingen in de WIA hebben implicaties hebben voor een breed scala aan gerelateerde regelgevingen.
Naast de WIA zelf, kunnen gerelateerde wetten zoals de Ziektewet (ZW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), en de Participatiewet aanpassingen vereisen om consistentie binnen het stelsel van sociale zekerheid te waarborgen.
Ook dienen ministeriele regelingen te worden aangepast. Deze gedetailleerde regels zijn bedoeld om de uitvoering van wetten te specificeren. Aanpassingen in de WIA leiden tot de noodzaak van wijzigingen in ministeriële regelingen die betrekking hebben op bijvoorbeeld de uitvoeringsprocedures, rapportagevereisten, of specifieke definities van arbeidsongeschiktheid.
Algemene Maatregelen van Bestuur, bedoeld om wetten nader in te vullen, zullen eveneens moeten worden gewijzigd. Wijzigingen in de WIA vereisen aanpassingen in bestaande AMvB's, bijvoorbeeld met betrekking tot de criteria voor arbeidsongeschiktheid, de organisatie van de uitvoering, of de samenwerking tussen verschillende instanties die bij het stelsel betrokken zijn.
Bij het wijzigen van de WIA zal dus niet alleen naar de wet zelf gekeken moeten worden, maar ook naar de gehele keten van wet- en regelgeving die de uitvoering en interpretatie van de WIA ondersteunt. Dit vereist een uitgebreid wetgevingstraject, inclusief overleg en goedkeuring door zowel de Tweede als de Eerste Kamer, en kan afhankelijk van de complexiteit en de politieke steun voor de wijzigingen, verschillende jaren in beslag nemen.
De implementatie van de adviezen kan tot wel 2 miljard euro kosten, wat een uitdaging vormt voor een nieuw kabinet dat tegelijkertijd moet bezuinigen. Het omzetten van deze adviezen in wetgeving is een langdurig proces dat 5 tot 7 jaar kan duren, waarbij beleidsontwikkeling, consultaties, en parlementaire goedkeuring nodig zijn. Dit vraagt om zorgvuldige afweging en planning, vooral in een tijd waarin budgettaire beperkingen een sleutelrol spelen.
Wij controleren UWV, dat is de kern, en dat blijft nog steeds de basis van onze dienstverlening, ook bij eventuele nieuwe wetgeving.